Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 198 Aan A.C. KrusemanDatum: 20 oktober 1859 ubl
Amsterdam 20 Oct. '59 Waarde Vriend,
Ik heb er van nacht ook juist over gedacht om aan Tiele en aan U te schrijven, dat wij Cyprianus en Anna van Broekhuyzen cum suis maar achterwege moesten laten. Doch wat niet achterwege kan blijven dat is de fraze over de plaatjens! Zoolang van Kampen uitgever was heb ik gezwegen - maar nu moet men weten, dat wij de vorige printkens ook horrible vonden. Dat eischt onze goede naam. Neen, de periode kan niet weg: ik wil ze wel even aan V. Kampen gaan vertoonen opdat hij zich niet vertoorne! Uwe bescheidenheid heeft den zeer voortreffelijken - ook reeds in een nieuwen uitgever veranderd - laat dat genoeg zijn! Mag ik - zonder onbescheiden te zijn - U iets verzoeken? De medewerkers ontfangen natuurlijk een present-exemplaar, maar zoudt U het niet goed vinden ook aan hen die anders plegen bij te dragen, het boekske te zenden, zooals aan Dr. Pierson te Rotterdam, aan Dr. H.N. van Teutem te Rott. U heeft er waarschijnlijk zelf reeds aan gedacht: t'is maar een herinnering! En laten wij nu voortmaken, niet waar? dat Wij primo Nov. er zijn! Dat kan wel. De almanak voor den auteur bij 't plaatjen van de eerste verjaardag moet gezonden worden aan den heer G.J. de ClercqGa naar eind1. Hoogstraat bij de Wale kerk Rotterdam. De toestand van mijn zieke blijft slepende: geen bijzondere verandring.
Met achting en vriendschap,
P.A. de G. U zendt revisie
| |
[pagina *9]
| |
Afb. 11. Proeve van het handschrift.
| |
[pagina *10]
| |
Afb. 12. Jan Adam Kruseman, portretschilder.
|
|