Nagelaten brieven

Brief no. 172 Aan A.C. Kruseman

Datum: 19 juli 1859

ubl

Delft 19 Julij '59.

Waarde Vriend,

Hoe staat de Graveur met de plaatjens? Ik woû gaarne zoo spoedig mogelijk een proefjen hebben van Samuel: ‘Spreek Heer, Uw dienstknecht hoort’ - en ook, van Past and Future^1.. Bij het eerste zou een groot vriendinnetjen van

1. Zie brief van 30 mei 1859. Waarschijnlijk slaat dit op het anonieme gedicht dat in de Christelijke Volksalmanak 1860, p. 122, is verschenen.

[p. 142]

mij, nl. de Dichteresse, en wier naam ik gaarne in den Christelijken zag, Estella Hertzveld^2. een vaers schrijven. Zij wacht op het proefjen, dat ik beloofd heb haar te zenden.

In de eerste helft van Aug. koom ik buiten en hoop dan spoedig met U eens nader te spreken, over een en ander. t'Is op t'oogenblik te warm om te schrijven en te denken. Ik denk alleen eventjes aan Uwe Aurora die ik niet geheel vergeten zal. Met vriendelijke groeten, hoogachtend t.t.

P.A. de G.

Adres:
Weledelen Heere A.C. Kruseman
Boekhandelaar
Haarlem.

2. Estella Dorothea Salomea Hertzveld (1837-1881), begaafd dichteres en letterkundige, was medewerkster aan de Christelijke Volksalmanak, waarin van haar gepubliceerd werd ‘Boven de graven, aan eene doode’ (1860, p. 95-100).) Het gedicht is gedateerd oktober 1859.