Nagelaten brieven

Brief no. 160 Aan C.P. Tiele

Datum: 23 februari 1859

ubl

Lieve Vriend, ik kon aan Uw telegrafische bede van Vrijdag niet voldoen, omdat ik in den Haag moest preêken en de Ridder hier. Ware ik gantsch wèl geweest, dan zou ik U aangeboden hebben s'avonds om niet voor U op te treden.

Hiernevens iets voor de Teekenen^1.. Zoo Gij het wat al te oprecht mocht vinden - plaats het dan niet^2.. Maar mij dunkt, het is wel goed.

Ik kan vooreerst niet bij U komen. Wij gaan van de week voor eenigen tijd naar Amsterdam^3.. Mijn lieve vrouw - die sinds December met koorts en tic sukkelt, heeft verandering van lucht en afleiding noodig.

Als gij 7 Maart voor mij preêken wilt - zeg het dan maar! Mijn Kerkeraad legt een muntjen aan Uw voeten!

Groet de Uwe en geloof mij

Uw liefh.

P.A. de G.

D. 23 febr. 59.

In de Tijdstroom^4., febr. vindt Ge een stenografie van een speech van Da Costa - grappig! - Proef te Amst, tot 16 Maart.

1. Teekenen des Tijds.

2. Bijdrage bestaat uit beoordeling van ‘Stichtelijk Huisboek’ door J.J.L. ten Kate, d.d. februari 1859, Delft.

3. Ten huize van zijn schoonmoeder.

4. Tijdstroom, Maandschrift gewijd aan Letteren, Kunst en Wetenschap. Verscheen van 1857-1865. In de redactie zat onder anderen J.J. Cremer.