Nagelaten brieven

Brief no. 151 Aan C.P. Tiele

Datum: 5 september 1858

ubl

Bloemendaal 5 Sept. 58

Carissime,

ik vond dezer dagen te Delft - daar ik, van morgen gepreêkt heb schoon ik

[p. 126]

eigentlijk nog buiten ben, als gij merkt - Uw brief van 31 Aug. met de ingesloten vaerzen van den Waddingsveenschen Nachtegaal^1.. Hoe koomt onze goede Hattinga Raven er aan, om dien mij onbekenden vertaler van Drelincourt^2.! poëtische bijdragen te vragen voor onzen Chr. Volksalm. Ik heb ze volstrekt niet noodig en zie er zeer tegen op ook zelfs het sonnetjen te plaatsen - eer ik, gezien zal hebben ‘een ziel, met hemelglans omluisterd’! Wij spreken er nog wel eens over. Zoek intusschen die ziel! van het plannetjen - dat Gij mij wildet meêdeelen - meen ik te weten door Huet en Pierson. Maar, beste kerel, zoudt gij het wel uitvoeren? Ach gij zult er zoo veel last en zoo weinig pleizier van hebben. Mij dunkt ook, het is een reuzenwerk, en men moet niets anders te doen hebben, om zoo iets wel te kunnen volhouden.

Ik zond Uw Oom voorlopig eenige vaersjens. De bijdrage van Huet^3., die zoo goed als gereed is voor de pen, is voortreffelijk, en zal bovendien wel ruim drie vel beslaan, 't geen Uw jeugdig redacteurs-hart verblijden moge! Van Pierson^4. ontfing ik een geestig stukjen ('t moet nog wat bijgewerkt alleen) en een paar kleine goede vaersjens. Wij zullen er wel weer aardig komen. Ik ben nieuwsgierig naar de vruchten van Uw werk.

Ontfang bij dezen mijn hartelijken dank voor de vervulling mijner beurt op 22 Aug. 14 Sept. ben ik weer thuis, denk ik, Koom dan spoedig eens eten en praten. Had ik een rijtuig ik zou t'U sturen om U te halen.

Wilt gij onzen hooggeschatten Dr van Teutem van mij groeten? Voorts groet Uwe Echtgenoote en geloof mij

Uw liefh.
P.A. de G.

P.S. Weet gij ook iemand die aanst. Zondag voor mij zou kunnen preêken: want ik moet nu met beleid en voorzichtigheid mijn werk weêr beginnen en preêk vooreerst geen drie maal achteréen. Schrijf het mij dan eens spoedig zoo zoudt Ge mij een liefdedienst bewijzen - of weet ge ... niemand! niemand? Mijn adres is - te Bloemendaal bij Haarlem.

1. Willem Anne Hattinga Raven, predikant; op 13 december 1857 deed hij zijn intrede te Waddingsveen; was ook medewerker aan Chr. Volksalm. voor Poëzie. Vandaar Nachtegaal.

2. V.H.J. Drelincourt (1806-53), geboren te Bergen in Henegouwen is bekend als Hubert van den Hove. Hij was jurist te Leuven en verdedigde de Vlaamse rechten tegen de Walen en werkte veel op letterkundig gebied.

3. De bijdrage heeft als titel ‘Jacoba de Farizeesche’ en verscheen in de Chr. Volksalm. 1859, p. 83-132.

4. Misschien is dit ‘Hoe men niet naar preken moet hooren’ in Chr. Volksalm. 1859, 139-50 (zonder signatuur, gedateerd augustus 1858). De versjes zijn ‘aan Moeder bij het sterven van haar jongste kind’, p. 79-80 en ‘De Weduwe’, p. 80. (Alleen ondertekend met P.)