Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 125]
| |
Brief no. 150 Aan C.P. TieleDatum: 5 augustus 1858 ubl
Bloemendaal 5 Aug. '58.
Mijn waarde Vriend, een kort woord tot uwen vrede! Wij krijgen van Huet een prachtig stuk. t'is nog niet af, maar het grootste gedeelte las hij mij voor. 't Zal wel nog al plaats beslaan. Eerstdaags koomt Pierson mij een opstel, buiten, voorlezen, waarvan hij mij schreef ‘ik denk wel, dat Gij er schik in zult hebben - maar ik weet toch niet of Gij 't plaatsen zult’ - Dat zal echter, dunkt mij, wel los loopen. Over de vaerzen behoeft ge U voorts niets te bekommeren. v. LeeuwenGa naar eind1. en van den BerghGa naar eind2. zonden mij wat bruikbaars. Ik heb eenige ideetjes, die ik bij gelegenheid aan den man - of zoo ge wilt, aan het Rijm zal brengen. Voorlopig kan ik nog niets uitvoeren. Wij hebben hier een BruidGa naar eind3. en vieren feestjens en maken vaerzen en - doen niets, doch veel. Aanst. week hope ik te 's Hage haar huwelijk in te zegenen. En als dat is afgeloopen, dan ga ik weer een geregeld leven leiden en werken. - Preêkt Gij ook nog eens voor mij in deze maand, of niet? - Zoo het kan - doe het! - Ik verheug mij in de goede beloften waarvan Uw schrijven gewaagt. Ik hoop dat Ds van Teutem ons iets kostelijks geven zal. Van KoetsveldGa naar eind4. dacht ik het wel. Hij is pas weer hersteld en heeft het veel te druk. Mensinga moet op zijn kop hebben. Op Uwe plannen ruste zegen! Het onderwerp is interessant. Groet de Uwe. Vaarwel en trust me Uw liefh. Vriend P.A. de G. s'avonds
Adres:
|
|