Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 149 Aan P.E.H. Bodel BienfaitDatum: [1858]Ga naar eind* gad
Waarlijk Broeder,
tot mijn spijt zal ik U morgen niet hooren, om reden dat Réville met wien ik van de week te Rotterdam dineerde, hiér preêkt en bij mij ‘belet heeft gevraagd’. Nu moet ge weten dat in January, hier preêkende, ook al eens bij ons zou gekomen zijn - maar toen kon ik hem niet ontvangen. Ik wil thans de gelegenheid niet laten voorbijgaan om hem te hooren en te spreken. Er koomt nog een en ander bij, dat ik U wel eens nader vertellen zal. Afschrijven - voor de tweede maal - zou wat onvriendelijk en onbeleefd geweest zijn; te meer, daar wij het zoo heel goed samen kunnen vinden. - Gij moet nu maar spoedig eens hier te Delft komen preêken. - Mijn Jetjen koomt echter onder uw gehoor. En zij kan mij dus alles vertellen. Ik wensch U kracht - opgewektheid - zegen. Groet de Uwe ... Met liefde
Yours
Zaturdag morgen
Adres: Weledelen Heere P.E.H. Bodel Bienfait
|
|