Nagelaten brieven

Brief no. 148 Aan G.J. de Clercq

Datum: [poststempel 27 juni 1858]

uba

vliegend!

Beste Gideon,

Het is heel vervelend, maar ik kan 't waarachtig! niet doen, morgen, om tal van redenen. Zeg aan Mr. en Mevr. Reville dat ik zeer gevoelig ben voor de invitatie, dat het mij innig leed doet thuis te moeten blijven en dat ze mij toch bij gelegenheid nog eens moeten inviteeren.

Ik hoop later in de week U en de Uwen te komen begroeten. Maar ik koom niet eten, want aan Hubrecht is mijn woord verpand.

Op Uw verzoek om gratie zal ik dan meteen mondeling beschikken. t' Is een

[p. 124]

druk weekjen voor mij, want morgen over acht dagen gaan we naar buiten. Ik had wel gewenscht dat ik U en Uw Moeder en Madlle Mathilde^1. nog eens wat rustiger en wat meer had kunnen zien. Enfin, we zijn hiér niet voor ons pleizier - zag ik maar altijd weêr. Als ik bij Hubrecht koom, gaat mijn Jetjen misschien meê - maar de kinderen stellig niet. Dat kan niet. Groet, die U lief zijn van mij. Foei kerel wat hebben we elkaêr in weken niet gezien. Mijn echtgenoot is nog niet bewogen door Uw boetvaardigheid.

Ik ben Uw

P.

Zondag-namiddag

Adres: Weledelen Heere G.J. de Clercq
adres van Oordt en de Clercq
Wolfshoek
Rotterdam.

1. Nichtje van Mevrouw de Clercq, een Frans meisje.