Nagelaten brieven

Brief no. 126 Aan S.J. van den Bergh

Datum: [? 1857]

uba

Beste Van den Bergh,

De ‘Zangstertjens’^1. komen langzaam aan wêer thuis, en wij raken op dreef. Ik denk aanst. week, ontfangt ge van mij een lied dat U pleizier zal doen: Op de duinen van Bloemendaal^2..

Indien ik niet geleefd had en nog leefde in allerlei zorgen en droefheid in mijn gemeente zoudt gij het al gehad hebben. Maar we hebben ons deel. Wilt gij er eenigszins op rekenen met de verdeeling van Uw kopij - denk dan maar dat

1. Medewerksters aan Aurora?

2. Het gedicht ‘Morgen bij de duinen’ (Compl. Ged. 1912, 179-81) draagt het jaartal 1857. Vandaar de datering van deze brief.

[p. 106]

het eens zoo veel plaats zal beslaan als dit stukjen. Voorts heb ik nog een paar goede gedachtetjens. Geloof mij van gantscher harte de Uwe

P.A. de G.

Maandag
morgen.

In koeplet 5. heb ik twee varianten gemaakt, waarde, kies Gij wat het beste is s.v.p.