Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
Brief no. 125 Aan S.J. van den BerghDatum: 8 juli 1857 kbg
Waarde Vriend,
Mor niet, knor niet, por niet, klaag niet, vraag niet, jaag niet, - het VaersGa naar eind1. zult Gij hebben, zoodra ik buiten wat adem kan halen! Maar zoolang ik hier ben, kan ik er niets aan doen en heb vruchteloos getracht mijn gelofte getrouw te wezen. Ik heb het te druk gehad met preêken en herderlijk werk, niet van de aangenaamste soort. 26 July preêk ik in 't Haagje: ik zal alles doen, om U dan het Haantjen meê te brengen van Bloemendaal. - Als gij een mooije kleinigheid voor mijn Christ. Volksalm. hebt - zult ge mij pleizier doen - maar ‘ik vraag niet en plaag niet’. Voor een almoes - ben ik heusch te rijk. Pedante Redakteur, die ik ben, vindt ge niet? Maar dit verhindert niet, dat ge mij toch ook wel zult geloven
Uw liefh.
Delft
P.S. dit lettertjen is ‘pour acquit de conscience’ - Zij knaagde! |
|