Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Brief no. 44 Aan G.J. de ClercqDatum: 22 november 1853 uba
Maandag morgen Beste Gideon,
Ik ben allergloeiendst gelukkig met Uw feestgaveGa naar eind1. dat keurige, dat beknopte, dat delicieuse, dat amusante Vesting-spelletjen! 's Middags na t'eten speel ik geregeld met JacquesGa naar eind2. 3, 4 partijtjens, totdat mijn kleine Maria en negligé op mijn knieën koomt. Ik dank U voor Uw guitig, poeetisch accompagnement bij de toezending, even amusant als 't spelleken-zelf. Van onzen Adriaan ontfing ik een langen prettigen, ouderwetschen brief en Goosken schreef aan Henriette veel liefs en goeds. Zeg aan den Oudsten, dat ik hem eerlijk het Boekjen, dat ik nog hier heb, terug zal geven en hij daarover niet ‘bezorgd’ moet wezen. Maar t'is niet de moeite waard er een pakjen van te maken! - Hoe staat het met U mijn Vriend, in 't lanterfantend leven? Wij vonden Uw stemming nog al fiksch en frisch en beter dan wij gedacht hadden. Ik sta (als t'u interesseert) tegenwoordig te werken en zit niet meer. Dat bevalt mij perfekt - maar ge moet denken: t'is nog het nieuwtjen. Deo volente, hopen wij de kerstdagen U en de Uwe te herbergen, elk afzonderlijk, onder hetzelfde dak. Neem dit woordjen keuvelens voor lief. Ik moet Zondag preêken en Maandag aanst. Bidstond voor de Heidenen houden: ergo is deze Maandag geen rustdag voor mij. Ik sta al ('k had haast gezegd: ik zit al, maar dat doe ik niet meer) met twee katerns voor mij. Ge mocht mij wel wat helpen. Mijn sweetheart groet U en de Uwe: Ik dito - dito. Houd hart en spirits up en geloop mij
Uw liefh. dankbare en zich in 't
P.A. de G.
Adres: Weledelen Heer Gideon de Clerq,
|