Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Brief no. 16 Aan G.J. de ClercqDatum: [eind november 1852]Ga naar eind* uba
Beste Vriend, het heeft mij erg gespeten dat wij elkaer Zondag niet weer gezien hebben - maar 't was 4 uur geworden toen onze noodzakelijkste visites waren afgereden. We hadden nog graag even bij Uw Moeder aangewipt - maar moesten het in de steek laten en maken dus, bij leven en welzijn, onze afscheidsvisite eerst Zondag: acht dagen. Ons huis bevalt ons uitnemend en is heerlijk comfortable. Recht zeer verlangen wij U - - en de Uwe ook eens spoedig hier te zien. Hoe staat de toekomst? Mijn lief vrouwtjen is perfekt wel en gelukkig in haar eigen huis - en huishouden. 't Zijn tot heden toe vreesselijk drukke dagen geweest en ik heb hard meêgewerkt. We zijn nu - op dingen van later zorg na - bijkans geheel in orde. Zoo ik tijd had schreef ik U een wezentlijken brief om onze correspondentie te beginnen - Maar ge begrijpt dat lukt nog niet. 'k Schrijf terwijl het eerste blaadjen van mijn preêk droogt. In alle opzichten zijn wij tot nu toe, ook in vele kleinigheden, rijk gezegend geworden, niettegenstaande de stortbuijen bij t'ontladen Van 't Schip. Kom nu toch eens gauw in onze armen: gij zult het goed hebben - hope ik! - Groet Uwe lieve Anna - Moeder - Gerrit - etc. van ons en wees gegroet van mij en de mijne ook van Dina onze goede en prettige Verhuis-Engel! t'Blaadjen is droog - Wees omhelsd van Uw trouwen
P.A. de G. |
|