Ongeziene blikken. Nabeschouwingen bij de Geschiedenis van de Nederlandse literatuur
(2017)–Arie-Jan Gelderblom, Anne Marie Musschoot– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
[pagina 81]
| |
Wij hebben deze nabeschouwingen de titel Ongeziene blikken meegegeven. De woorden zijn ontleend aan een gedicht uit de laatste bundel van Karel van de Woestijne, Het berg-meer (1928), en leken ons toepasselijk op de hele reeks omdat ze de verrassende veelheid en diversiteit aangeven van de visies op het verleden die in de Geschiedenis van de Nederlandse literatuur werden ontwikkeld. Ongeziene blikken, omdat in de gnl wijzen van waarneming werden uitgewerkt die nog niet eerder bestonden. Ongeziene blikken, omdat de auteurs en de leden van de Raad van Advies hun visies ontwikkelden in volle onafhankelijkheid, zonder door iemand op de vingers te worden getikt of gekeken. Ongeziene, oftewel onwelgevallige blikken wellicht ook, omdat de resultaten onmogelijk bij iedereen volledig in de smaak kunnen vallen. De een mist dit, de ander dat. Het kan nu eenmaal niet anders. Geen literatuurgeschiedenis kan exhaustief zijn. Omvang, keuze en ordening stellen harde eisen die door anderen en door volgende generaties wellicht (en hopelijk) aangevuld en genuanceerd zullen worden. Maar op dit moment geven de keuzes die werden gemaakt wel de zienswijzen of de visie weer van de generatie neerlandici die de voorbije decennia toonaangevend was en tot vandaag is.
Najaar 2016, a.j.g. & a.m.m. |
|