'k Wil rijmen wat ik bouw
(1994)–Arie-Jan Gelderblom– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
Jan van der Veen (1587-1659)
| |
[pagina 27]
| |
Op de diepte van zijn gracht,
Op zijn loosheid, op zijn lagen,
Op zijn jonkheid, op zijn dagen,
Op zijn vechten, op zijn moed,
35[regelnummer]
Op zijn rijkdom, op zijn goed,
Op zijn welgestelde woning,
Op zijn prins of op zijn koning?
Hogemoed komt voor de val,
En de dood vernielt het al. De dood spreekt:
40[regelnummer]
Och, och! Daar geeft ze haar geest,
Dat boos gekroonde beest!
Die Babel heeft gezogen,
Heeft nu de ziel gespogen.
Daar helpt geen slag of stoot.
45[regelnummer]
Zie daar! De hoer is dood.
Als er iemand wilde weten
Hoe de krankheid heeft geheten
Waaraan Grol het leven liet:
't Was de brandziekt', anders niet.
Stuur Recht.
|
|