vruchteloos: het water stroomde meer en meer in de myn; men klepte de alarmklok. De bak werd neêrgelaten.
Goffin kon zich redden, doch wilde niet, hy riep:
- Neen, broeders, ik verlaet u niet; eerst moet gy allen gered zyn, of ik zal met u sterven!
Maer zynen zoon, zyn twaelfjarig kind, dat met hem in de myn werkte, wilde hy in den bak zetten, en aen de moeder teruggeven: doch het kind was even moedig als hy:
- Ik ben met u gekomen, vader, en ik zal slechts met u vertrekken, - was zyn onwederroepelyk antwoord.
Weinige persoonen konden maer in den bak plaets nemen: allen wilden er in springen, zy verdrongen elkander.
Vruchteloos wilde Goffin hun doen begrypen, dat er alzoo velen een onvermydelyken dood te gemoet liepen: men wilde naer hem niet hooren, en toen de bak werd opgehaeld, vielen er verscheidene in de diepte, die zich het hoofd op de kolen verbryzelden. Enkel een klein getal was gered en mogt onder den blauwen hemel vrouw en kinderen aen het harte drukken.
Welhaest was alle redding met den bak onmogelyk geworden; het water dat gedurig eene wydere opening maekte, klom hooger en hooger. Goffin verloor den moed niet: hy riep al de werklieden te samen, en sprak:
- Broeders, wanhopen wy niet; staen wy elkander by tot den dood; wy kunnen ons nog redden, maken wy een nieuwen uitgang.
Aengemoedigd door het voorbeeld van den meesterknecht, neemt elk een stuk gereedschap in de hand, en stelt zich aen het werk: helaes, alles is vruchteloos!
Men gebruikt het poeder om de koolstukken te doen springen: verloren arbeid! niets kan baten! Thans geven allen zich aen de hevigste wanhoop over:
- Helaes! hier onder de aerde moeten wy sterven, wat