te vallen, want die verzamelden zich niet tot een leger maar vochten in kleine, verspreide groepen. Toen het leger eindelijk de Rivier van de Zee overgetrokken was en door een onafzienbare woestijn naar het oosten marcheerde, wervelde daar het zand zo hoog op, dat het leek, alsof de lucht rood was van bloed. En ook dit was, volgens de waarzeggers, een slecht voorteken.
Alexander marcheerde door de heuvels aan de oever van de rivier. Hier vonden zijn paarden weer volop voer en konden de manschappen ook verse proviand vinden. Hij veroverde een stadje, het tegenwoordige Samarkand, en liet daar een garnizoen achter. Niet lang daarna bereikte hij de Rivier van het Zand. Tegen de heldere hemel tekende zich een hoge bergtop af, de Top van de Aarde, zoals hij genoemd werd. De grond was er vruchtbaar en Alexander bouwde er een stad, die hij ook weer Alexandrië noemde.
Zolang de bouwmeesters bezig waren, stonden ze bloot aan aanvallen van de Skythen, die zich op de tegenoverliggende rivieroever verzamelden. Een koerier berichtte, dat de Macedonische soldaten van het garnizoen uit Samarkand verjaagd waren. Een Meder, een zekere Spitama, bracht troepen op de been om Alexanders achterhoede te bestoken, wist de man te vertellen.
Nu stond de koning voor een moeilijke beslissing. Als hij zich terugtrok om Samarkand te heroveren, zou hij door de Skythen worden achtervolgd. Trok hij daarentegen de rivier over om hen aan te vallen, dan werd zijn achterhoede bedreigd door Spitama. Hij kon geen beslissing nemen en raadpleegde daarom zijn sterrenwichelaars, die een schaap slachtten, daarvan de lever aandachtig bestudeerden en toen verklaarden:
‘Het leger zal veilig de overkant van de rivier bereiken, maar een onheil wacht de koning.’
‘Welaan! Er mag met mij gebeuren, wat wil. Liever trotseer ik de dreigendste gevaren, dan nog langer hier te blijven tot spot van de Skythen!’ zei de koning.
‘Wees op uw hoede,’ waarschuwde de wichelaar. ‘De goden houden geen rekening met uw wensen of verlangens.’
De soldaat, die bij dit twistgesprek tegenwoordig was, ver-