zijn schild. Bucephalus steigerde, keerde zich op zijn achterbenen om en rende verder. Het dier nam een sprong. Alexander zag een verwarde hoop mensen onder zich op de grond liggen en hij hoorde angstige kreten. Tevergeefs probeerde hij zijn paard in te houden.
Voor hem uit, door een hoog opwaaiende stofwolk, glinsterden speren. Mannen stonden dicht op elkaar gedrongen, de vlijmscherpe punten van hun wapens op zijn borst gericht. Hij dook achter zijn schild en sloeg als een razende met zijn zwaard. Even leek het, alsof Bucephalus zou struikelen, maar meteen rende hij ook alweer verder. Een paar soldaten staken smekend de handen op ten teken, dat ze zich wilden overgeven, maar de grote, zwarte hengst liep de mannen omver....
Toen Alexander er eindelijk in slaagde zijn paard in toom te houden, was hij diep in een bos aan de rand van een beekje gekomen. Hij luisterde, maar het rumoer van de strijd was vervaagd. Maar hij had een verschrikkelijke dorst en toen hij afgestegen was, boog hij zich over het heldere, zacht voortkabbelende water. Nadat hij gedronken had, waste hij het stof en zweet van zijn gezicht. Naast hem stond Bucephalus eveneens te drinken van het koele water. Zijn angst was verdwenen. Hij voelde zich voldaan, bijna opgewekt, maar was doodmoe en wilde een ogenblik rusten. Hij ging languit liggen, de teugel van het paard om zijn arm gewonden. In de verte hoorde hij stemmen en het ratelen van wagenwielen. Toen sliep hij......
Hij werd pas gewekt door de stem van de koning, die uitriep: ‘De goden zij dank! Parmenion heeft me verteld, dat je in het heetst van de strijd plotseling verdwenen was, alsof de aarde je had verzwolgen. Niemand heeft je weergezien. Tevergeefs hebben we je lichaam gezocht. En nu sta je opeens voor me... levend, zelfs zonder ernstige wonden......’
Philippus drukte zijn zoon aan zijn hart, betastte hem, alsof hij zijn ogen nog niet kon geloven en streelde zijn gelaat. Maar plotseling begon hij te mopperen.
‘Verdraaid, mijn zoon, waarom heb je je met je afdeling in de strijd geworpen, zonder dat je het bevel daartoe afwachtte? Niemand had het commando gegeven. Je ruiters vertelden, dat