As is verbrande turf
Als we nou eerst eens naar de bioscoop gaan en als we daarna dan frites gaan eten en als we dan klaar zijn, dan...
Ja, dan volgt meestal het antwoord: ‘Niks te assen. As is verbrande turf.’ Wanneer je dat hoort, weet je hoe laat het is: je bent allerlei dingen van plan geweest en je hebt een aantal veronderstellingen geuit, steeds beginnend met ‘als’, en nu kun je het wel vergeten. De pret gaat niet door. Je had het net zo goed niet hoeven zeggen. Er bestaan ook nog andere uitdrukkingen om de onzinnigheid van bepaalde veronderstellingen beginnend met ‘als’ aan te geven: ‘As mijn tante wieltjes had, dan was ze een kinderwagen.’ Of: ‘As mijn tante klootjes had, was ze mijn oom.’ Verder heb je nog: ‘Als de hemel naar beneden valt hebben we allemaal een blauwe muts’; ‘Assen ligt in Drente’ en ‘As ligt in de haard’.
Dit soort woordspelingen op grond van homonymie (dat wil zeggen woorden die hetzelfde klinken maar een verschillende betekenis hebben) zijn heel talrijk in wat dan wordt genoemd ‘de volksmond’. Je zegt bij voorbeeld: ‘Dat kan me niets schelen.’ En dan krijg je als antwoord: ‘Schelen zijn de mooisten niet.’ Of iemand zegt voortdurend: ‘Och.’ Antwoord: ‘Og was de koning van Baza.’ Zegt iemand vaak ‘Watte?’ dan is duidelijk dat het antwoord onmiddellijk luidt: ‘Watte is tussenvoering.’
Mensen die vaak ‘Ik wou wel’ zeggen, kunnen vaak rekenen op de repliek: ‘Wouw ligt een uur achter Roozendaal.’ (Met de auto is het veel korter, maar dit soort uitdrukkingen bestaat al heel lang.)
Sommige mensen merken te pas en te onpas op dat vroeger alles beter was. Die mogen dan nog wel eens rekenen op de opmerking: ‘Was is altijd beter, al regende het honing.’