bereiken is dat wij onze intimiteit met iemand anders delen. (Sommigen vinden het hoogst bereikbare dat zij met zichzelf weten te leven.) Sociaal leven, leven in een gemeenschap, betekent gezamenlijk het leven van alledag het hoofd bieden. Dat betekent: samen de tijd doorkomen, samen dingen tot stand brengen.
Persoonlijk wil ik maar met heel weinig mensen iets tot stand brengen. Ik wil mij maar aan verbazend weinig mensen uitleveren door hen mijn tijd beschikbaar te stellen.
Zelf vind ik dat een uitstekende eigenschap, hoewel sommigen daar anders over denken. In ieder geval is het zo dat ik gedwongen sociale evenementen, bij voorbeeld verjaardagen in de familiekring, waar mensen samenkomen die elkaar niet hebben uitgezocht, bezoekingen vind, aantastingen van mijn vrijheid zelf mijn gezelschap uit te kiezen.
Kortom: met anderen verkeren is een moeizame zaak. Er zijn maar weinig mensen die ik langer dan een kwartier als mijn gezelschap wens. Maar zijn er mensen die er anders over denken? Waarschijnlijk wel! Slechts de somberste veronderstelling wat dit betreft kan de waarheid benaderen.
Hoe we ook over gezelschap denken: we komen met mensen in aanraking. Op een feestje, op ons werk, er zijn mensen met wie we iets regelen, met wie we op een ontspannen manier iets bespreken. Wij willen die mensen niet voor het hoofd stoten, zo zijn we ook weer niet. Wij willen hen - oplichters en ijdeltuiten die wij zijn - laten merken dat ze niet niets voor ons zijn. Omdat wij hoe dan ook van elkaar afhankelijk zijn, willen wij dat benadrukken, toegeven, duidelijk laten worden.
En daarom bieden wij die anderen het kostbaarste wat wij bezitten: onze tijd.
Wij bieden deze aan via een formule, een beleefdheidsfrase.
Wij bieden hen iets aan, maar - let op! - de formule op zich duidt wel aan dat wij het niet echt menen. Wij zeggen: ‘Kom eens langs,’ maar wij bedoelen daar iets anders mee. Wij bedoelen ermee te zeggen: ik stel je op prijs, onze ontmoeting is geslaagd, kan nog wel eens worden voortgezet. Maar wanneer de ander de formule niet begrijpt en de uitnodiging letterlijk opneemt (of wanneer hij een klaploper is, zoals mijn Romeinse gast, die van plan was een maand te blijven), dan zitten we mooi in het schip.