De draak steken
Ik mag graag met bepaalde dingen de draak steken. Sommige mensen vinden dat een slechte gewoonte van me. Want de draak steken komt erop neer dat je iets of iemand niet serieus neemt, belachelijk maakt tegenover een ander. Kortom dat je de spot met hem drijft.
Nu zou ik zelf een echte draak, zo deze bestond, bijzonder serieus nemen. Hoe kwam dan die uitdrukking tot stand?
De draak is een mythologisch monster. Hij bestaat alleen in de voorstelling en is verschrikkelijk om te zien. Gewoonlijk wordt hij voorgesteld als een gevleugelde, vuurspuwende slang met horens en vier poten. In het midden van de derde eeuw, alweer enige tijd geleden dus, schijnt er zo'n draak rondgespookt te hebben door het land Cappadocië, waar prins Georgius, ook wel Sint Joris genaamd, woonde. De draak maakte het land onveilig en wilde de dochter van de koning verslinden. Sint Joris wist wel leukere dingen voor haar. Hij bond de strijd aan met het monster en doodde het in koelen bloede.
In de middeleeuwen streden de christelijke ridders tegen een ander monster, het heidendom. De duivel vermomd als draak. Deze ridders konden aanspraak maken op een eigen wapenschild: een rood kruis op een zilveren veld. Op vele muntstukken uit de vijftiende en zestiende eeuw staat hij afgebeeld, de ridder met het kruis op de wapenrok, te paard of te voet de draak dodend. In optochten en processies liep de ‘Sint-Joris’- ridder altijd mee, op een wagen met een grote groene draak, vervaardigd van linnen, opgevuld met stro. Daarin stak een ridder van tijd tot tijd zijn speer. Moedig, nietwaar? Maar goed, op deze wijze werd ‘de draak steken’ dus een soort spelletje, dat het karakter draagt van sollen, spelen met een weerloze, een speelbal. Afbeeldingen van de processies met