juichen wij onmiddellijk en automatisch: ‘Van Eli Asser!’ Na zoveel jaar weet ik eigenlijk niet goed meer of er veel te lachen was om die teksten van Eli Asser. Ik bedoel: toen rolden we over het versleten tapijt van het lachen. Maar ja.
De ncrv had zijn familieavond op donderdag. Dat was dan de wekelijkse Steravond. Zo heette dat. Daar was het iets minder hinniken van de lach. Maar de ncrv blonk weer uit in spelletjes. Die stonden onder leiding van de toen ongelooflijk populaire quizmaster Johan Bodegraven en de opbrengst was voor een goed doel. Het spel dat wekelijks miljoenen mensen aan hun bakbeest van een radiotoestel deed kleven heette Mastklimmen. ‘Wie klimt er mee, tot boven in de mast/Hij is wel glad, maar winnen doet u vast,’ zo begon het lied waarmee het spel werd ingeleid.
Mastklimmen was heel eenvoudig. Deelnemers moesten vragen beantwoorden. Hoe meer antwoorden ze wisten, hoe hoger ze bij wijze van spreken in de mast kwamen. En wat hing daar bovenin op de knapste professor Weetveel te wachten?
Mevrouw Bodegraven? Nee hoor. Een ham! Dus de laatste vraag, die de deelnemer bij de ham kon brengen, heette: de hamvraag.
Stel je voor dat je met zo'n ham thuiskwam. Tegenwoordig zouden ze je er waarschijnlijk niet eens meer inlaten. Hoewel, de winnaar van zo'n ham was natuurlijk ook meteen (voor een paar weken) beroemd.
In ieder geval bereikte het spel zijn hoogtepunt en topspanning wanneer de populaire quizmaster uitjubelde: ‘En nu, de hamvraag!’, de kardinale vraag, waar alles om draait.
Doordat zoveel mensen naar dat Mastklimmen luisterden, werd de steeds terugkerende kreet ‘En nu, de hamvraag’ een door iedereen gebezigde uitdrukking. Misschien zal dat ook gebeuren met de opmerking ‘Geef mij maar een neut’, van de beroemde Ome Joop uit de Dik voor Mekaar Show. Maar toch denk ik dat het deze keer niet zo'n vaart zal lopen. Ome Joop is, in alle eerbied, misschien als figuur toch te vluchtig om het zoveel jaren uit te houden. In die tijd van het Mastklimmen was er ook niet zoveel te doen. Je kon toen nog niet zoveel kanten op als je je wilde vermaken.
Het mastklimmen zelf was trouwens een heel oud volksvermaak op kermissen en feesten. Hierbij moesten de deelnemers in een