Eenzaamheid kent geen tijd
‘Ik voel mij eenzaam,’ zei de vrouw.
Zij zuchtte.
Een zin met het woord ‘eenzaam’ of ‘eenzaamheid’, komen wij vaak tegen in een verhaal. En als dat begrip eenzaamheid met iemand in verband wordt gebracht, weten wij dat het die persoon niet goed gaat. Maar hoe slecht gaat het hem op dat moment? Wat moeten wij ons bij zo'n door eenzaamheid gekwelde persoon precies voorstellen?
Tja, eenzaamheid. Het betekent dat je je alleen voelt. En niet zo maar alleen: nee, verlaten van iedereen. Vlak voor ik deze woorden schreef, fietste ik zo hard mogelijk over een verlaten landweg. Ik voelde me zeer eenzaam. Heerlijk! Om dat gevoel over me te krijgen was ik op mijn fiets gestapt. Dat is dus een heel ander soort eenzaamheid dan wat die zuchtende vrouw doormaakt met wie dit stukje begint. Haar eenzaamheid is onprettig.
We weten nu altijd nog niet veel meer. Prettige en onprettige eenzaamheid: het is gemakkelijker gezegd dan doorgemaakt. Laten we de zaken op een rijtje zetten.
Je voelt je eenzaam, van god en alleman verlaten, zoals dat heet. Waarom voelt iemand zich zo? En hoe voelt het precies? Wat zijn de verwachtingen voor de nabije toekomst van degene die zich onprettig eenzaam voelt? Denkt hij dat het nooit meer over zal gaan?
Laat ik nog iets over mijn eigen eenzaamheid vertellen: meestal vind ik het heerlijk om eens even helemaal alleen te zijn. Dan ga ik fietsen of ik blijf thuis, installeer me behaaglijk op de bank, mooie film op de tv, glaasje erbij, als extra troost, en ik kan er weer even tegen.
Soms evenwel is het net alsof er grauwe ratten door mijn maag