Een blauwtje lopen
Als wij weer eens verliefd zijn en degene met wie wij zouden willen gaan, wijst ons af, dan zeggen de mensen al gauw: moet je kijken, die heeft een blauwtje gelopen.
Wat is er eigenlijk zo blauw aan een ongelukkige liefde, of een mislukte verliefdheid? Welnu, denk maar eens aan de kleur die schenen kunnen gaan vertonen. Vroeger gebeurde het nog wel eens dat een jongen die om ‘de hand’ van een meisje kwam, letterlijk door de vader van zijn geliefde het huis werd uitgetrapt. En als je dan weer eens een jongeman met een blauwe scheen over straat zag hinkelen, wist je hoe laat het was.
Tegenwoordig gebeurt het nog maar zelden dat vaders de vriendjes van hun dochters met een flinke trap tegen een of ander lichaamsdeel uit het huis verwijderen. Die uitdrukking ‘een blauwtje’ lopen slaat dus eigenlijk nergens meer op, die is door de tijd achterhaald.
Dat zie je vaak: de tijden zijn veranderd, bepaalde dingen zijn verdwenen en leven alleen nog voort in uitdrukkingen, in de taal dus.
Mensen gebruiken vaak spreekwoorden waarvan ze wel weten wat ze ermee bedoelen maar niet wat de letterlijke betekenis ervan is.
‘Een blauwtje’ lopen bestond als uitdrukking al in de zestiende eeuw. Toen betekende het: ergens niet in slagen of tegenslag hebben. In kluchtige toneelspelen werd een vrijer vaak aangeraden een blauwe kous aan te trekken als hij een aanzoek ging doen: ‘Zo schijnt er 't blauwtje niet deurheen.’ Kortom: bereid je maar voor op die trap tegen je schenen.
Harde tijden.
In onze eeuw zijn een paar uitdrukkingen ontstaan die