ken om te zijner tijd bij haar terug te keren.
‘Ik zag het aankomen,’ zei Alice. ‘Voor vrouwen wordt het er niet gemakkelijker op. Alleen de tweede keus staat nog wel eens te dringen. Even is het een aardig gevoel dat je kut zo populair is. Maar dat went snel.’
‘Ik houd niet van die verhalen,’ zei Philip.
‘Jij hoort het woord populariteit liever vallen als het om jezelf gaat.’
‘Alsjeblieft,’ zei hij. ‘Geen ruzie.’
‘Dat is geen ruzie,’ zei ze. ‘Teleurstelling.’
‘Ik kan er niets aan doen.’
‘Dat weet ik wel,’ zei ze. ‘Ik stel heus geen eisen.’
‘Dat is trouwens wettelijk geregeld.’
‘Ik had moeten laten vastleggen dat ik je af en toe verplicht moet zien.’
‘Dat meen je niet,’ zei hij.
Hij lachte, zonder vrolijkheid.
‘En dat ik je dan kon beledigen,’ vervolgde zij snel.
‘Net zolang tot ik er weer genoeg van had.’
‘Om mijn oordeel wordt niet gevraagd.’
‘En lief voor je mocht zijn.’
‘Wat zeg je?’
‘Dat hoorde je heel goed.’
‘Ja,’ zei hij. ‘Ik hoorde het.’
Onwillekeurig keek hij op zijn nieuwe horloge. Zij glimlachte naar hem.
‘Het is nog geen tijd.’
Zij hoefden niet opnieuw te beginnen. Aan hun verhouding kwam geen eind. Officieel hadden zij elkaar verlaten. Maar hun levens gingen verder, liepen door elkaar, waren zozeer verweven.
Hij schaamde zich ervoor dat hij het horloge bijna achteloos aanvaard had, om zijn pols gegespt, weer een attribuut erbij.