teratuurliefhebbers thuis, terwijl de rest van de mensheid zich op velden en wegen begeeft.
Zo is uiteindelijk alles goed geregeld. Zouden overigens zij die onwetend zijn van literatuur het plaatsje Ry aandoen? Ik denk het niet. Daarom ligt het voor de hand dat nooit iemand het automatenmuseum bezoekt, behalve natuurlijk de schoolkinderen, die langs de wonderen der cultuur worden gesleept. Nadat zij de driehonderd bewegende automaatjes hebben bekeken, besluiten zij dat ze de roman zelf niet meer behoeven te lezen voor het eindexamen, omdat hier nu immers alles al driedimensionaal voor hun neus staat.
Wie na bezoek aan het dorp honger heeft gekregen, kan terecht in de Rôtisserie Bovary, die waarschijnlijk is geïnspireerd op het door mevrouw B. zo treffend in beeld gebrachte spreekwoord dat alle vlees zwak is.
Rôtisserie Bovary.
Waarom hebben ze in Ry niet een altaar opgericht ter herdenking van de menselijke hartstocht, en daarin van het lijden, de eenzaamheid, de hypochondrie, het verlangen, de wanhoop, de angstige spanning, de vergeefsheid, de neurotische behoefte aan erotiek?
Welke geheimzinnige krachten zijn er in Ry aan de gang? Want wat kunnen wij in die grillroom anders zien dan het bewijs van zelfvoldaanheid en fantasieloos ondernemerschap? En hoe kan die automatenhal ooit iets anders voorstellen dan de vooraf berekende beweging, die zich steeds herhaalt en die