‘Badminton,’ zei Asquit. ‘Een keer per week met de leraren.’
Hij trok een vies gezicht. Daardoor moest Olga lachen. Ze vroeg zich af waarom ze onaardig tegen Henri deed.
‘Ik wil je adres hebben,’ zei ze met het enthousiasme dat de volgende morgen al onmogelijk zou lijken.
‘Ik geef je mijn adres!’ riep Asquit.
‘Ik kan vast niet meer rechtop staan, weet je dat!’
‘O leun op mij. Leun op mij!’
Ze besloten naar het hotel te gaan om daar hun gesprekken voort te zetten. Ze hadden zoveel om over te praten. Asquit beloofde haar wat dieper in te gaan op de flora van zijn graafschap.
‘Dan vertel ik je over mijn kamer!’ riep Olga.
Dat leek Asquit een prachtig idee. Hij hoorde te weinig over meisjeskamers.
‘Jij met je knaapjes,’ zei Olga.
‘Ik zou niet weten wat ik met ze moest doen,’ stelde Asquit vast.
‘O nee?’
‘O nee!’
‘Ik zal het je uitleggen!’
‘Ik kan bijna niet wachten,’ zei Asquit.
Hij ondersteunde haar. Buiten ging het beter. Maar ze leunde nog steeds zwaar op Asquit. Hij rook trouwens lekker. Een man met smaak. Dus niet zoals Hugo, die zelfs met een scheur in zijn broek door de stad liep, omdat hij van mening was dat dit moest kunnen. Wat zou Henri voor ondergoed dragen? Vast niet van die grote bruine onderbroeken die ze van Hugo wel eens zag. Ze walgde van Hugo. Ze ging in Engeland wonen, er in ieder geval op visite. Misschien deed ze dat ook wel niet eens. Die Asquit zou straks vast zijn broek willen uittrekken. Maar als hij nou eens