elkaar toen Fritsje ging kotsen. Vroeger regelde hij die dingen soms in zijn eentje. Ik heb het idee dat hij dat nog kan doen. Als hij rustig is geworden. Waarom leert hij dat niet van jou?’
‘Voor rust ben je bij mij niet aan het juiste adres.’
‘O jawel,’ zei Alma. ‘De manier waarop je naar mij kijkt en me in de gaten houdt als ik probeer om niets te laten merken.’
‘Wat wil je hem niet laten merken?’
‘Dat ik soms net zo jaloers op je ben als hij.’
Ik legde mijn handen op het stuur en wachtte tot zij was ingestapt.
‘We gaan hoor!’ riep Alma door het raampje in de richting van de keuken.
Hugo verscheen in de vensteropening.
‘En wat doe ik als hij godverdomme weer beroerd wordt?’
‘Leg hem in zijn bedje,’ riep Alma. ‘Zeg hem maar dat ik zo terugkom.’
Onder het rijden legde ik mijn hand op haar dij.
‘Ik zal je maar niet zeggen dat je voor je op de weg moet kijken,’ zei Alma.
Terwijl ik met haar door de straten van St. Cast reed, keek ik goed om mij heen, in de hoop dat ik Olga zou zien lopen, of Asquit. Ik zou hen aan Alma voorstellen en we konden gevieren iets drinken. We zouden over de zonnige vakantie praten en over de Engelse economie. We konden hen uitnodigen voor 's avonds en het op een drinken zetten, terwijl Hugo natuurlijk goed oplette of Fritsje niet om hem riep. Daarna konden we in het donker de weg oplopen, het land in. Asquit zou vertellen over zijn moeder, die zijn gedachten niet kende. En dan vertelde ik over mijn vader, die verliefd was