‘Weet je wat het is?’ zei Olga. ‘Het is verdomd gemakkelijk om een aanloopadres te hebben waar je kunt uithuilen. Maar ik ben een beetje uitgekeken op uithuilers. Dat ligt zo voor de hand.’
Ik had er niets tegenin te brengen en schonk ons een glas wijn in. De hoge temperatuur in de naar baklucht geurende ruimte maakte mij rozig. Tegenover mij legde een gepassioneerde man zijn vork neer en kuste de vrouw met wie hij dineerde.
‘Ik denk erover hem jaloers te maken met een ander,’ zei Olga. ‘Alleen denk ik het op dit moment nog niet van harte.’
‘Waarom probeer je het niet eens een keer?’
‘Waarom?’ zei Olga. ‘Waarom dit en waarom dat.’
‘Op den duur zou het hem ongetwijfeld goed doen.’
‘Ik wil nu niet dat iets hem goed doet,’ zei Olga.
‘Heb je veel van je vader gehouden?’ vroeg zij toen wij in de richting van haar huis liepen.
‘Ik ben mij er zelden van bewust geweest,’ antwoordde ik naar waarheid.
‘En als je het je wel bewust was?’
‘Dan hield ik van hem, ja.’
‘Weet je het zeker?’
‘Hij liet ons nogal in de kou,’ zei ik. ‘Ik dacht wel eens dat hij een vergadering verzon.’
‘Dat doet Hugo geregeld.’
‘Het is een soort gemakzucht,’ zei ik. ‘Het is maar om je er van af te maken.’
‘Van je gezin?’
‘Misschien gaat het wel verder,’ zei ik. ‘Misschien maken ze zich in de eerste plaats af van zichzelf.’
Ik herinnerde mij hoe ik tijdens een lang betoog mijn glas