derzoek. Nieuwe research-methoden zullen de zaak op termijn in een ander licht kunnen stellen.’
‘Ziet u daarnaar uit?’
‘Het gaat er slechts om waar de Kerk naar uitziet,’ onderwees de bisschop. ‘En de Kerk is niet het soort instantie dat ergens naar uitziet. Heel precies uitgedrukt staan wij boven ieder uitzien, behalve dan naar het koninkrijk Gods.’ De bisschop stond op. ‘Ik heb altijd het volste vertrouwen in je, Gregorius. Ik weet dat je dit als een persoonlijke nederlaag ondergaat. Misschien,’ zei hij met een lichte glimlach, ‘moet je dit maar zien als een beproeving. Als de Hemel heel bewust besloten heeft je te slim af te zijn, nemen ze je het ook niet kwalijk dat je de goddelijke almacht getrotseerd hebt. Tenslotte stelt de schepping de mensheid ook voor raadsels die wel degelijk ontsluierd mogen worden. Grofweg gezegd is er geen touw vast te knopen aan de goddelijke wil. Maar Hij stelt ons telkens weer in staat voorzichtig een pad te hakken door het dichte struikgewas van Zijn beschikkingen. Alleen laat Hij ons voortdurend merken hoe bot onze kapmessen zijn. Het is niet eenvoudig om een mens te zijn, Gregorius. Zo moet de Heilige Moeder er ook over gedacht hebben. Beademd worden door de Geest om de Verlosser te baren. Ik geef het je te doen. Neem het dat beeldje vooral niet kwalijk dat het bloedt.’
‘Wilde ik verder komen dan zou ik het molecuul voor molecuul moeten ontleden,’ zei Gregorius.
‘Zeker,’ gaf de bisschop toe. ‘Maar in dat geval hadden wij geen beeldje meer. En dat zou veel gemor opleveren. Te veel naar mijn smaak. Wij leven in treurige tijden en iedereen doet toch wat hem uitkomt. Vroeger, Gregorius, waren wij het die de samenhang bepaalden in het denken van de mens. Wat is ervan overgebleven? Een doorlopend sensatieverhaal en dat noemen ze “een wonder”.’ Hij stak zijn hand uit.
‘Ik heb nog één vraag,’ zei Gregorius. ‘Gaat de kerk iets aan het vermoorde meisje doen?’
De bisschop keek zijn medewerker ironisch aan. ‘Ik kan mij goed voorstellen dat jou, met je geschoolde manier van denken, het contrast opvalt tussen een uitwendig bloedend beeldje en