die zich op de borst slaan en luidkeels uitroepen hoe goed zij zijn. Zij vond zichzelf goed noch slecht, al spoedig verveelde zij zich in het koor van maniakale voorgrondtreders.
‘Houd toch eens op met dat vieze gesop.’
Zij zat tegenover haar moeder aan tafel en werkte aan een opstel. Het ging over een fantasievakantie. Een auto kwam hen ophalen en begon te rijden. Na een paar dagen stonden zij aan een zee die blauwer was dan zij ooit op plaatjes had gezien. ‘Dit,’ liet zij haar vader zeggen, ‘is het einde van de wereld. Als je nog drie stappen verder zet, val je over de rand. Laat je niets wijsmaken. Het is niet zo dat je altijd maar verder kunt lopen en dan weer uitkomt bij het vertrekpunt. Mensen vertellen verhalen om niet in de werkelijkheid te hoeven geloven. De waarheid is dat zij van de wereld afvallen, even snel als zij erop zijn gezet.’
Had zij die woorden echt opgeschreven? Of waren het woorden van nu? In een opwelling belde zij Wolffers.
‘Maak dat stuk nou maar af,’ zei haar vriendin kortaf, alsof zij haar stoorde.
‘Ik was vanmorgen nogal afwezig,’ zei ze, in een opwelling van toegevendheid. Of was het zelfmedelijden? Zij was koud en kil. Zij deed alsof ze aardig was en met mensen mee kon voelen. Maar het lukte niet. Hardvochtig was zij. En hoe meer de mensen belang in haar stelden, hoe sneller zij van hen wegliep.
‘Dat ben ik wel van je gewend.’
‘Ik heb nog zitten werken toen je sliep. Ben je boos op me?’
Wolffers wachtte met antwoorden. ‘Misschien op mezelf,’ zei ze eindelijk.
‘Niet doen,’ hoorde Hanna zichzelf zeggen. ‘Ik kon niet in slaap komen.’ Zij wachtte even. ‘Ik had je niet zo mogen laten weggaan.’
Daarna zei Wolffers de dingen die Hanna wilde horen, op de toon die zij gewend was, die haar rustig maakte, dat besefte zij opeens, rustig en ontvankelijk. Zij kon het niet uitleggen, dat was ook niet nodig. De ontwikkeling in haar leven was glashelder, het glas vertoonde alleen af en toe een soort aanslag, die het moeilijk maakte er doorheen te zien. Maar als je wilde, als je dat echt wilde, keek je er doorheen en wat je zag was geruststellend.