minst volmaakte was. Juist daardoor vertolkte hij op volmaakte wijze de gedachte aan het goddelijke. Het was maar een poging tot uideg; zelf geloofde hij er niet in.
Een pijnlijk verlangen was vermengd met schuldgevoel. Maar als iedereen toch al beladen was met schuld, kon je het begrip net zo goed uitbannen.
Een andere gedachte bracht hem van zijn stuk. Plotseling was daar het beeld van het vermoorde meisje, met wie hij Franske had gezien. Als aan het licht zou komen dat het de jongen was die de moord gepleegd had, zou hij erbij betrokken raken. Gregorius, onderzoeker van de kerk. Nadat forensisch onderzoek de schuld van de jongen aannemelijk had gemaakt, werd hem met veel moeite iets ontlokt dat uitgelegd kon worden als een bekentenis. Daarna wees de dader op de man die hem gebruikt had, die de lustgevoelens van een geestelijk minvermogende tot een fataal peil had opgezweept.
Het was natuurlijk een onzinnige veronderstelling, een waanbeeld dat zijn denken in het ongerede bracht.
Voordat hij naar het huis van de Coumansen ging, zette Gregorius zich enkele minuten neer op het bankje naast de kerk. In de bomen naast het godshuis zongen de vogels. De zon drong door het langzaam en loom bewegende bladerdak. Zijn ogen vielen dicht. In het geruis van de wind zakte hij verder weg; zijn vader stond voor hem met een karwats. Alles kwam altijd terug bij het eenvoudigste, de basis. ‘Ik zal je leren,’ zei zijn vader zacht. ‘Ik ga het je betaald zetten Gregorius.’ Hij schrok wakker en vroeg zich af wat er met hem aan de hand was. Wroetend in zijn geheugen zocht hij naar de beslissing om zijn leven aan de kerk te wijden. Was hij een absolute lafaard, te zwak voor een normaal leven?
Gregorius ging staan, rekte zich uit en ging weer zitten. Vrouwen gingen de kerk in, gesterkt door het beeldje. Ergens in een koelcel lag het dode meisje. Franske stond erbij, wees op haar, riep luidkeels dat hij ging vliegeren.
Een telegram naar God; aan het einde van het touw plakte het tegen de vlieger.
Daarom dwong hij zijn geest tot tedere beelden, waarin hij in