Rimpelloos water
Hanna viel opnieuw in slaap en droomde dat zij op een schip zat; de enige reis die zij ooit per boot gemaakt had was een overtocht naar een waddeneiland. Het schip waarover zij droomde werd bestuurd door honderd roeiers, in twee lagen boven elkaar; bootslieden gaven het ritme van de slag aan. Zelf zat zij op het achterdek; een diepblauwe zee. Zij voelde zich gelukkig, hoewel de gedachte dat mensen zich voor haar in het zweet werkten, en niet uit vrije wil, op de achtergrond gereedlag om haar een ongemakkelijk gevoel te geven. Toch genoot zij van het tochtje, dicht langs de kust, waar soms een paar witte huisjes opdoken, terwijl zij half en half ook een kerktoren verwachtte. Maar de droom speelde zich in vroeger tijden af, zodat zij eerder een arena zou zien en het gebrul horen van leeuwen. Alles kon in de droom, waarin zij langzamerhand tot een vorm van bewustzijn kwam, zodat zij wist dat het niet waar was wat er met haar gebeurde. Twee mannen kwamen met een kan limonade; het was een heerlijk idee dat zij hier op haar wenken bediend werd en vooral dat het schip verder schoof over het bijna rimpelloze water, dat ze straks aan wal zouden gaan en dat zij dan zou weglopen, haar eigen leven in, waar het misschien was gaan regenen en waar de limonade verkeerd was gevallen, zodat zij een wee gevoel in haar maag had. Alles was goed, zij hoefde niet van boord, zelfs niet als zij geland waren. Zij sloot haar ogen en stelde zich haar leven voor. De bevolking van de haven waar het schip straks binnenliep zou haar binnenhalen met bloemenslingers. Zij zouden haar naar een groot huis brengen en alvorens zij aan tafel verscheen, zou zij in een aangenaam lauw bad stappen, dat haar huid zou ontdoen van het zout dat zij had uitgezweet.
En terwijl zij langzaam ontwaakte, begreep Hanna dat deze droom niet vanzelf was gekomen, dat hij was voortgekomen uit haar jeugd, een boek dat iemand haar had voorgelezen, en dat zij had gekoesterd omdat het beeld van een schip haar rustig maakte, de nachtmerries verdreef, de toekomst mild deed schijnen, vertrouwd en zonder pijn.