De tweede tuin
Haar vader had haar meegenomen naar een grote villa op een kaap. Het gebouw lag in een zorgvuldig gecultiveerde tuin, die eindigde bij de zee. Bij de wandeling door de tuin merkte zij dat de namen van de planten haar fantasie in beweging brachten. Via de kruidentuin liep zij het bordes op van de villa die het middelpunt vormde van dit ooit door particulieren ingerichte paradijs. Zoals eens de bezitster van dit alles, zette zij zich onder de ronde koepel van een uitbouwtje van het terras, een soort theehuis, en keek uit over de zee, waar langgeleden schepen dicht langs de kust hadden gevaren, geladen met olie en wijn. Dit was een romantische tuin en ook de oorspronkelijke bewoners hadden dit zo gevoeld, gezien de Romeinse grafornamenten die ze in de tuin hadden laten zetten, niet als memento mori, maar ter verhoging van het genoegen, de lust. Dwars door de tuin liep de via Aurelia, in de oorspronkelijke smalle vorm, zonder de bestrating uit latere tijden. Zij stelde zich de heirscharen voor die over de weg waren getrokken, waarschijnlijk veel meer een zootje ongeregeld dan zij op school had geleerd. De smalheid van de weg gaf haar in ieder geval een idee van de omvang van de troepenverplaatsingen. De weg was voor bezoekers afgesloten, zij kon hem alleen vanaf een bruggetje zien liggen. Hij lag daar als een relict; zij verlangde ernaar juist op dat pad te lopen, alsof dat haar rechtstreeks met het verleden zou verbinden.
‘Their soul shall be as a watered garden and they shall not suffer anymore,’ las zij op een pompeus gedenkteken voor de allerlaatste bewoonster. Nadat zij de tuin na het eerste bezoek had verlaten, wilde zij er per se nog een keer naartoe. Zij verwonderde zich er al niet meer over dat haar fantasie zoveel kracht had. Het leek alsof die alleen maar toenam. Zij wilde terug naar de tuin, gewapend met een opschrijfboek. Zij wilde haar indrukken verwoorden. Pas later had zij min of meer begrepen dat zij haar herinneringen wilde ordenen. Bij een tweede bezoek aan de tuin schreef zij namen op, zonder speciaal op de erbij be-