genoeg gedacht; de ontmoeting bij het altaar, haar tong waarop hij de ouwel mocht leggen, het parfum dat door het schot het biechthokje binnendrong. Het wijnboek lag met de rug omhoog op de grond.
Bij het verlaten van de kamer stootte hij zijn dijbeen pijnlijk tegen een hoek van het bureau. De pijn verbijtend ging hij zo snel mogelijk naar de voordeur, wachtte daar vol ongeduld, om haar de kans te geven rustig de kerk te betreden en stak daarna het pad over naar de ingang van de kerk.
Bij het binnenkomen van de kerk zag hij Agnes op haar knieën liggen, binnen de beschutting van een kerkbank maar wel zo dicht mogelijk bij het beeld van de Maagd, dat de pastoor een doorn in het oog was. Twintig jaar geleden, in een hang naar zuiverheid die uitliep op kaalslag, had het kerkbestuur alle mooie beelden buiten de deur gezet. Hoe hadden hun opvolgers het in hun hoofd gehaald dit onding terug te kopen? Zelfs het blauw van Maria's jurk deed pijn aan zijn ogen.
Even bleef hij naar het meisje staan kijken. Het vroeger lange blonde haar had zij tot een rattenkopje laten knippen. Misschien heette dit kapsel alweer anders. Nieuwe ontwikkelingen in de haarmode hield hij niet bij. Emilie Schillemans, zijn huishoudster, had ongewassen piekhaar; een jaar geleden had hij gedroomd dat zij naakt in zijn kamer stond. Omdat hij er zelfs niet zeker van was dat hij dit droomde, had hij zijn ogen stijf dichtgeknepen en in straf tempo het dies irae opgezegd.
Het had hem niet verwonderd dat het meisje de biecht had verzaakt. Omstreeks hun zestiende raakte de loop er meestal uit. Als zij getrouwd waren, kwamen ze meestal terug. Soms genoot hij van de spanning; als hun geheimen door de tralies sijpelden, hield hij onwillekeurig de adem in.
Agnes had haar moeder verloren, aan de slopende ziekte die het merendeel van zijn parochianen niet bij de naam durfde noemen.
Toen hij achter haar stond aarzelde Rog. Tegen zijn zin, maar buiten zijn wil om, bleef zijn adem steken in zijn keel. ‘Agnes,’ zei hij schor. Hij legde een hand op de schouder van het geknielde meisje. En opeens wist hij het met een al zijn weerstand