‘Ik weet het niet precies,’ zei Ronnie.
‘Durf je het niet te zeggen?’
‘Misschien niet helemaal. Ik denk dat ik, hoe moet ik dat zeggen - volledig aan je denk.’
‘Hoe is dat?’ vroeg Nila.
‘Ik denk dat je bij mij hoort,’ zei Ronnie. ‘En dat ik als ik aan je denk een beetje in jou verander. Kun je je dat voorstellen?’
‘Het lijkt wel een tekenfilm.’
‘Ik voel me bij jou veilig,’ zei Ronnie. ‘En tegelijk bedenk ik dan hoe ik jouw veiligheid moet verzorgen.’
‘Ben je niet bang dat het alleen erotiek is?’
Nila ging op haar zij liggen en streelde Ronnie.
‘Blijf nou rustig liggen, straks word je weer misselijk.’
‘Je hebt er geen zin in?’
‘Dat weet je best.’
Ronnie pakte haar hand en drukte die tegen haar borst.
‘Ik ben wel eens bang dat het echt alleen erotiek is,’ zei Nila. ‘En dat die overgaat. Weet je wat ik net dacht toen we het deden? Wanneer komt ze nou in me. En toen besefte ik dat ik tot Sint Juttemis kon wachten.’
Ronnie liet haar los, ging zitten en knipte het licht aan.
‘Wat bedoel je Nila?’ zei ze. ‘Je bent toch niet dronken.’
‘Ik bedoel dat je me nooit zal kunnen neuken,’ zei Nila. ‘En ik weet niet of ik dat een opluchting vind. Ik zal eraan moeten wennen.’
Ronnie begon te huilen. Maar Nila wist zich niet in staat haar woorden terug te nemen, de betekenis ervan te veranderen, al speelde ze het maar. Ze lag op haar zij en liet Ronnie uithuilen. En ze luisterde naar het verkeer. Ze voelde geen medelijden, schaamde zich niet voor haar woorden. Ze besefte dat ze een beetje dronken was, niet zo veel dat ze wartaal uitsloeg: genoeg voor de waarheid.
‘Waarom zeg je dat?’ zei Ronnie. ‘Waarom doe je zo ellendig na een avond als deze. Zal ik je eens wat vertellen?’
Ik weet wat je wilt zeggen, dacht Nila. ‘Het was de fijnste avond van mijn leven. Daarop heb ik jaren gewacht.’ Alsof je kunt weten waarop je zit te wachten. Het is allemaal aanstellerij. Dit laatste woord, dat niet paste in hun situatie, en misschien, op een venijnige manier toch weer wel, - deze herinnering aan haar jeugd, aan huilpartijen die door haar moeder schouderophalend werden afgedaan,