[XXXX]
Zij was wakker geworden en had zich gedwongen vroeger op te staan dan gewoonlijk. Haar schoonmoeder was nog niet gearriveerd. Frits had zojuist het huis verlaten.
De vorige avond had ze hem gezegd dat ze de kinderen terug wilde. Ze had die middag de huisarts gebeld en verteld dat zij langzaam tot rust kwam. Ze voelde zich niet overdreven zeker, maar toch een stuk rustiger. Wel schrok ze als de telefoon ging. Dan rende ze naar het toestel en luisterde. Uiteindelijk had ze Frits op de hoogte gebracht van de gesprekken die zij had gevoerd. Ze vertelde er alleen niet bij dat ze naar Amsterdam was gegaan met het doel de onbekende opbeller te ontmoeten. Frits had haar aangekeken en geaarzeld. Dat zag zij duidelijk: hij slikte iets weg en dacht na. Hij kon zijn ongerustheid niet verbergen, maar gewend als hij was aan snel reageren, legde hij plotseling zijn arm om haar schouder en zei: ‘Het is vervelend. Maar het gebeurt meer.’
‘Ik wist niet of ik het je moest vertellen.’
‘Dat zou ik in het vervolg maar wel doen.’
‘Er zijn zoveel idioten in de wereld.’
‘Als deze dingen gaan gebeuren,’ zei Frits, ‘dan moeten we maatregelen nemen. Als ze zich gaan herhalen. Ik zal contact opnemen met de politie.’
‘Zou je dat wel doen?’ vroeg zij.
‘Laat dat maar aan mij over.’
Ze had geprobeerd te achterhalen of hij haar geloofde. Ze vroeg het hem en hij antwoordde dat hij niet aan haar twijfelde. Maar haar onzekerheid was gebleven. In het perspectief van het mogelijke vertrouwen dat Frits haar schonk, voelde zij de angst toenemen dat zij zich alles inbeeldde. Ook wat dit betreft moest zij nieuwe krachten ontwikkelen.
Daarna vertelde ze Frits dat zijn moeder op haar zenuwen werkte.
Dit leidde tot korte onderhandelingen. Zijn moeder naar huis, maar dan de kinderen nog een week weg. Of de kinderen thuis en een overbruggingsperiode van een week waarin zijn moeder bleef.
Frits gaf uiteindelijk toe en zei dat ze het wat hem betrof alleen mocht proberen. In ieder geval ging zijn moeder in het weekend naar haar eigen huis.
Haar schoonmoeder was verwonderd dat zij al beneden op haar zat te wachten. Zij dronken koffie en gingen samen boodschappen