Ronnie liet haar sluiers opwaaien in een wervelende beweging waarin zij tot haar middel ontbloot werd. Ik voel geen opwinding, dacht Nila. Het is net of ik daar zelf dans voor de mannen die aan de kant zitten en onder wie Frits direct met een knuppel gaat huishouden.
Ze probeerde zich Frits voor te stellen, maar Ronnie plaatste zich voor hem, kwam met haar mond dichtbij Nila, ademde over haar wang, maakte haar duizelig door de geur van haar parfum.
‘Ik ga ouderwetse dingen zeggen,’ zei Ronnie. ‘Ik begeer je. Ik begeer je zo hevig. Dat kunnen mannen toch niet bij mij teweegbrengen. Het is zo fijn om in je armen te liggen en je borsten tegen mij te voelen. Vrouwen noemen elkaar zusters. Maar van mijn eigen zuster wilde ik niets weten.’
Het aanhoudend gerinkel van de telefoon wekte haar. Zij liep naar de studeerkamer en nam de hoorn op.
‘Ogenblik graag,’ zei een meisjesstem.
Een klik.
‘Hallo. Mevrouw Toussaint?’
‘Daar spreekt u mee.’
Toen ze de man herkende begon zij te trillen.
Maar zijn stem klonk aangenaam, leek niet in het minst op de neutrale stem die haar had verzocht naar Amsterdam te komen.
‘Het is prettig dat u thuis bent,’ zei de man.
Hij wachtte even.
‘Ik moet u onze verontschuldigingen aanbieden,’ ging hij verder. ‘Wij hebben u voor niets naar Amsterdam laten komen. Maar het probleem is dat degene die u zou ontmoeten om redenen die er nu niet toe doen, plotseling verhinderd was. En wij konden niemand anders sturen. Neemt u het ons alstublieft niet kwalijk.’
Zij luisterde en wist dat haar stem zou haperen. Ze wist niet meer wat ze wilde vragen.
‘Ik ben bang dat u zich zorgen hebt gemaakt,’ zei de man. ‘Is dat zo?’
Ze omklemde de hoorn, in een poging hem stil te houden.
‘Pardon, ik versta u niet.’
‘Waarom regelt u die dingen niet met mijn man!’ riep ze plotseling, en tegelijk besefte ze dat haar stem terug was en dat ze schreeuwde. Geschrokken hield ze de hoorn een eind van haar oor, alsof de ander haar met gelijke munt zou betalen.