wat zij waren. Zij wilden het allebei over zichzelf hebben. Toen zij elkaar beter leerden kennen brachten zij elkaar stelselmatig op de hoogte van hun emoties, luisterden naar de antwoorden die zij bij elkaar opriepen, lokten die antwoorden uit.
Zij waren toch nog niet zo oud dat zij elkaar alleen een plezier konden doen door hun stilte te schenken, het resultaat van hun eenzelvigheid?
De man die zij vóor Frits had gekend was een hockeyspeler wiens conversatie alle variaties doorliep van de bewering dat de bal rond was. Ze ging met hem naar bed en dacht dat ze het leuk vond. Na een paar oefeningen kostte het haar weinig moeite zichzelf te suggereren dat zij klaarkwam. Zij had het heel gezellig met haar vriend. Zij neukten met een luchtige vanzelfsprekendheid die een gebrek aan aandacht maskeerde: dat had zij later begrepen, en juist die herinnering keerde de laatste tijd terug.
De hockeyer was een vriend op afstand. Zij beleefden ieder voor zich hun onaanzienlijke orgasme. Zij verleenden elkaar technische bijstand en dachten dat het zo hoorde.
En zo hoorde het ook. Hij wilde dat zij met hem trouwde.
Op dat moment ontmoette zij Frits.
Merkwaardig genoeg vond die ontmoeting plaats op een feestje van de hockeyclub. Ook Frits beoefende die sport, zij het dat hij deze soort van lichaamstraining niet aan zich besteed achtte.
Toen zij met hem in gesprek was gekomen, raakte zij onmiddellijk geïntrigeerd door de directe wijze waarop hij haar benaderde. Het was net of hij haar al jaren kende en niet bang was dat hij haar zou kwetsen wanneer hij de beleefdheidsclichés oversloeg.
‘Een zeer merkwaardige jurk die je daar draagt,’ zei Frits bij voorbeeld. ‘Daar zouden we samen in kunnen kamperen.’
‘Dank je wel,’ zei Nila beledigd.
‘Ik bedoel dit niet om te kwetsen of zo,’ zei Frits op aardige toon. ‘Maar ik zie dat kamperen met enig genoegen tegemoet.’
Het was een onzinnig gesprek, hoewel ze dat misschien vooral toen vond. Onherhaalbaar en een beetje kinderachtig. Het eindigde ermee dat ze besloot dat hij nu eenmaal een student was en met hem naar buiten liep. Daar trok hij de wijde jurk strak om haar lichaam.
‘Dat dacht ik al,’ zei hij. ‘Je bent helemaal niet dik.’
‘Weet je hoeveel die jurk heeft gekost?’