[XIX]
Frits was niet blij geweest toen zij terugkwam. Even leek het alsof hij was geschrokken van het telefoontje. Al spoedig bleek haar dat hij zich gedwarsboomd voelde in zijn plan om zonder vrouw en kinderen een paar weken lang dag en nacht te werken. Hij wachtte hen op en bracht hen van Schiphol naar huis. Toen Nila hem zag had zij onmiddellijk begrepen hoe hij over haar terugkomst dacht.
Frits maakte zich allereerst bezorgd om de kinderen, die om haar hun vakantiegenoegens hadden moeten inkorten.
‘Is de reis goed gegaan?’ vroeg hij.
Hij kuste haar op de wangen.
‘Ik voel me echt heel rustig,’ zei Nila. ‘Ik geloof dat het helemaal voorbij is.’
‘Waarom ben je er dan niet gebleven?’ vroeg Frits.
‘Omdat ik bij jou wilde zijn,’ antwoordde zij.
Hij keek haar aan en glimlachte. Maar zij kende de verschillende variëteiten daarvan. Ook kende ze zijn opwinding en de manieren waarop hij haar benaderde als hij met haar wilde vrijen. Zij wist wanneer hij zich amuseerde en wanneer hij zich van een onaangename situatie wilde bevrijden.
‘We zullen je goed verplegen,’ zei hij even later. ‘We krijgen een dame in huis die voor je zorgt en ik heb ook al met de dokter gesproken. Nou ja, het komt allemaal in orde.’
Peace for all our times.
Als je eens wist hoe die eruitzag, dacht ze. Hoe dat enorme pak watten op je afkomt als je doodmoe bent en in slaap dreigt te vallen. Jij bent nooit onder narcose gebracht doordat ze een kapje met ether op je neus drukten. Dat gebeurt met mij nu iedere avond. De geur hangt in mijn hoofd. Wat ben je lief. Je vindt me zo lastig.
Zij herinnerde zich haar verlangen naar hem. Direct kwam hij thuis uit zijn werk en zette zich tegenover haar op een tuinstoel. In plaats dat het verlangen daardoor werd vervuld, nam het in hevigheid toe. Zij kon hem aanraken, maar alleen in het besef dat zij ver van hem stond, en hij van haar, dat hij niet in staat was een antwoord te geven op haar obsessies, dat hij haar niet begreep, hoeveel moeite hij ook deed contact tot stand te brengen. Op zijn manier. En betekende dat niet in de eerste plaats een abstract gebeuren, alsof contact betekende dat je iemand kon berekenen, verbonden met hem kon raken door een onzichtbare lijn.
Zelfs zonder die lijn, volkomen lijfelijk, maar zonder dat hij zijn emoties prijsgaf.