die in haar opkwamen geen van de barrières rond haar emoties konden passeren. Zij besefte het gevaar van de spanning die zich in haar opkropte.
Zij trok Ellen mee naar de wrakke aanlegsteiger. Nog voor zij halverwege was, verscheen Frank met zijn schepnet, ontdekte hen en zwaaide uitbundig.
‘Frank!’ schreeuwde zij. Ze begon te wenken.
Haar zoon wachtte rustig tot zij bij hem was.
‘Ik heb een zeeëgel gevangen mamma,’ verklaarde hij trots.
Een zwart, stekelig balletje dreef in zijn emmertje.
‘Weet je wat er gebeurt als je erin trapt?’ vroeg Nila bezorgd.
Ellen boog zich voorover en bekeek de vangst.
Dat is het met mij, dacht Nila. Zelfs om een zeeëgel in een emmertje ben ik bezorgd.
Zij ging terug naar haar ligbed, draaide de parasol een beetje en probeerde te lezen.
Zij schrok wakker toen Ellen bijna op haar hoofd ging zitten.
‘Mamma,’ zei Ellen. ‘Frank vangt ook voor mij een zeeëgel.’
‘Voorzichtig hoor.’
‘Hij is helemaal daarheen,’ zei Ellen.
Zij wees in de richting van de steiger.
‘Zeg maar dat hij niet te ver gaat.’
Ellen holde weg.
Zij sloot haar ogen en voelde opnieuw de slaap opkomen. Maar zij wilde er niet voortdurend aan toegeven.
‘Mamma,’ zei Ellen, die weer naast haar stond. ‘Ik zie Frank nergens.’
‘Ga hem maar even zoeken,’ zei ze. ‘Zeeëgels zitten meestal onder de rotsen.’
‘Frank zit niet onder de rotsen mamma.’
Zij ging staan. Haalde diep adem. Duwde de paniek die even opkwam naar de achtergrond. Zij zou Frank gaan ophalen. Zij voelde zich opgelucht om het feit dat ze niet hals over kop over het strand begon te draven, een willoos slachtoffer van haar impulsen. Maar even plotseling schaamde zij zich voor de effecten van de vorige avond, waardoor haar waakzaamheid voor de veiligheid van Frank en Ellen verslapte.
Ze keek om zich heen, tuurde over de zee. Genoeg baders. Maar geen Frank.