zei Frits in haar geheugen. ‘Jij hebt Frans gestudeerd.’ Twee jaar had zij ingeschreven gestaan. Van studeren was nauwelijks sprake. Daarom klonken die woorden als een belediging in haar na, hoewel hij het zo niet bedoeld had. En hoe gemakkelijk had zij het voornemen haar studie af te maken laten varen! Kennis leek toen zo ondergeschikt aan de liefde. Maar nu de liefde haperde, schoot de kennis met verdubbelde hevigheid tekort. Zij kon Frits er nooit van beschuldigen dat hij haar het studeren onmogelijk had gemaakt. Maar onbewust had hij daar wel naar gestreefd. Hij was twee jaar ouder dan zij. Twee jaar verder met zijn eigen studie. En hij wilde op stel en sprong trouwen. Gaf haar nauwelijks de kans die wens ook van haar kant uit te spreken. Maar zij liet zich zijn attenties en de daaruit volgende verloving aanleunen. Hun gezamenlijk leven bezat al te veel vanzelfsprekendheid.
In haar irritatie volgde zij Ronnie, die een waterfiets ging huren. Even later trapten zij loom van het strand weg, een kind tussen hen in. Af en aan varen om een ander kind de kans te geven van hun zeemanschap te genieten. Het leven van moeders.
Zij verlangde naar Frits. Drijvend op het water, nergens over pratend, verlangde zij naar warmte en strelingen.
Af en toe keken Ronnie en zij naar elkaar. Ronnie glimlachte en raakte haar even aan.
Toen zij na een uur de geïmproviseerde aanlegplaats betrad, trilden haar benen van de inspanning. Zij gaf Ellen een hand en liep met haar in de richting van de parasol die zij gehuurd had. Henk wachtte bij de spullen.
‘Ik wil wat eten,’ zei hij. ‘Gaan jullie mee?’
Maar zij wilde op het strand blijven. Zij moest een paar uur alleen zijn om zich voor de rest van de dag te hernemen.