Hij beet op zijn lippen, zonder zijn vrouw uit het oog te verliezen. Nila moest opeens aan de vriendin denken die in haar jeugd verslingerd raakte aan een psycholoog. ‘Hij hoeft je alleen maar even aan te kijken en dan heeft hij je al meteen helemaal door.’ Ze had de jongen toen één keer ontmoet. Hij had net zo gekeken als Henk nu. Diezelftle dag was hij gezakt voor een tentamen.
Henk was gaan staan. Hij moest erachter zien te komen wat ze van hem wilden. Ze waren de bungalow genaderd en voor de deur had Ronnie Nila's hand gepakt en hem een ogenblik tegen haar buik gedrukt.
‘Niets zeggen hoor,’ had ze gefluisterd.
Maar ze kon het niet laten haar overwinning te vieren bovenop Henks ongerustheid.
Waarom gedroeg zij zich zo?
In de liefde speelt de moraal geen rol, dacht Nila, en de gedachte kwam haar komisch voor, op dit moment van de nacht. Ronnie gezeten op een praalwagen voorzien van meisjes die in elkaars armen lagen en wijn dronken. Een golf van liefde die de toeschouwers langs de kant in verwarring bracht.
Henk zat binnenin de praalwagen als in een trapauto en duwde hen voort. Dat moest voor Ronnie een heerlijk gevoel zijn. Alle ruzies, geldgebrek, thuis zitten met zieke kinderen, de noodzaak met elkaar te leven in een steeds minder romantische omgeving - ze kon hem pijn doen zonder hem uitzicht te geven op wat zij verbeeldde.
Toen ging Ronnie opeens tegen Henk aanzitten en begon met hem te vrijen.
Nila keek naar hen en besefte dat ze jaloers was. Dat dit niet kon, tegenover haar. Het was of ze ontwaakte en de kwalijke droom niet kon kwijtraken, zoals een enkele keer met haar gebeurde.
Ze liep naar de keuken, trok de koelkast open en haalde er een blikje bier uit.
‘Hebben jullie ook zo'n dorst?’ riep Nila.
Henk probeerde te antwoorden, maar Ronnie lag giechelend over hem heen en zoende hem op zijn gezicht.
‘Je hebt een gast,’ bracht Henk met moeite uit.
‘Die heeft dat heus wel eens gezien,’ zei Ronnie.
Ze begon Henks overhemd los te maken.
Nila richtte haar aandacht op de bierblikjes op de aanrecht. Ach-