Nila dacht na.
‘Ik voel me erg ontspannen,’ zei ze. ‘En dan mis ik niemand.’
‘Ontspannen zijn betekent dat je jezelf mist.’
‘Dat je jezelf niet in de weg zit.’
Ronnie haalde haar schouders op.
‘Ik zet mezelf soms even opzij,’ antwoordde ze.
Zij pakte Nila's sigaretten en haalde er een uit het pakje.
‘Ik doe hier niet anders dan vreten,’ zei Ronnie.‘Thuis zak ik door de weegschaal heen.’
Zij liepen langzaam door het plaatsje. De avondwind waaide door de haaks op elkaar staande straten en over de kleine, intieme ramblas, die bij zee uitkwam. Aan de kust, voorbij de flats, was het fris. Daaraan werkte de wijn mee en de atmosfeer in het restaurant, waar bij het vorderen van de avond een steeds vettere baklucht was gaan hangen.
‘Ik voel m'n voeten wel hoor,’ zei Ronnie.
Nila had van vermoeidheid geen last bij het lopen.
‘Wil je me een arm geven?’ vroeg ze.
Ronnie giechelde.
‘We lijken ook steeds meer op twee burgertrutten.’
‘Maar dat zijn we toch ook!’
Ronnie bleef staan om haar schoen te controleren op de aanwezigheid van een steentje.
‘Wat kan het mij schelen,’ zei ze.‘Henk scheldt me ervoor uit als hij kwaad is. Hij scheldt niet zo gauw. Alleen als ik iets over zijn werk zeg. Dan zou hij een mes kunnen trekken.’
Zij wachtte een moment.
‘Bij wijze van spreken,’ zei'ze wat langzamer.‘Ik vind schelden trouwens soms een ontzettende opluchting.’
‘En jij kankert dus heel wat af op zijn werk?’
Ronnie schudde haar hoofd.
‘Wat zou ik erover moeten zeggen?’
‘Iets dat hij onprettig vindt.’
‘Ik denk niet dat het zomaar lukt,’ zei Ronnie bedachtzaam.‘Ik denk dat ie toch bij het meeste door heeft dat ik het maar om te pesten zeg. En dan leg je het toch af.’
Nila stak haar hand uit en hield Ronnie tegen aan haar vest.
‘Misschien moet je hem alleen maar prijzen,’ zei ze. ‘Tot hij niet