Zij wilde iets in handen houden dat zij nooit kon kwijtraken. Er bestond geen naam voor dat verlangen. Maar het was altijd om haar heen. Beroerde haar zenuwen. De namen die ervoor bestonden, zoals Romantiek, schoten tekort.
‘Als ik ook maar even weg ben, zetten ze het op een zuipen!’ riep Henk vrolijk.
‘Dat vind je toch opwindend, aangeschoten vrouwen?’ zei Ronnie.
‘Vooral als er vier kinderen in de buurt zijn,’ stelde Henk spijtig vast.
Nila kon zich niet aan de indruk onttrekken dat hij de aanwezigheid van kinderen een rustig idee vond.
Henk ging op de rand van een rieten stoel zitten, legde zijn handen op zijn knieën en keek hen met tevredenheid aan.
‘Jullie kunnen het beste met z'n tweeën in het zwembad springen.’
‘Wil je ons zo graag komen redden?’
Henk lachte. Inmiddels was zijn vrouw het huis binnen gegaan om hem van drank te voorzien.
‘Weet je dat Nila elke avond voor haar huis naar de muziek uit de dancing zit te luisteren?’ vroeg Ronnie, nadat zij hem een blikje bier had gebracht.
‘Wat een smaak,’ antwoordde Henk.
‘Misschien willen wij er wel samen naartoe,’ zei Ronnie, knipogend naar Nila.
‘Jullie gaan maar rustig,’ zei Henk, in zijn wiek geschoten.
Hij stond op en liep naar de manshoge agaven die om het huis groeiden. Daar deed hij een tweetal stappen opzij en tuurde tussen het gebladerte van het struikgewas daarachter.
‘Wat gek,’ zei hij. ‘Ik zag daar geloof ik een boomrat.’
Wat zijn dat, boomratten?’ vroeg Nila.
Henk haalde zijn schouders op.
‘Ik weet niet zeker of ze bestaan,’ zei hij. ‘Het was een soort eekhoorn met een rattenstaart. Zoiets heet toch boomrat?’
‘Waterrat zal je bedoelen,’ verbeterde Ronnie hem. ‘Hierachter stroomt het riviertje waar we overheen gaan als we naar het strand lopen.’
Henk was zijn aandacht voor het verschijnsel alweer verloren. Nu keek ook Nila in de door hem aangegeven richting, maar zij