[IV]
Frank kwam met de mededeling dat er nieuwe kinderen waren gearriveerd. ‘En ze praten Nederlands.’
Jonge mensen dus, dacht Nila.
Zij ging de bungalow binnen en schonk zichzelf een whisky in. Zij pakte de kranten die zij zojuist had gekocht en ging in de schaduw voor het huis zitten, vanwaar zij een goed uitzicht had op de twee dichtstbijzijnde bungalows.
De nieuwe gasten waren inderdaad jong, maar minder jong dan zij zich had voorgesteld toen zij hun kinderen zag. Frank en Ellen renden met de beide meisjes door het parkje, opgelucht dat zij hun tweemanschap konden gaan meten met anderen.
Vakantiekennissen dienden zich meestal aan via de kinderen. In andere jaren voor Frits een aanhoudende zorg. Hij wilde alleen zijn en zich niet inspannen. Nila wist niet of hij gelijk had. Zij had steeds geaarzeld over dit soort dingen. Voelde zich anders op vakantie, ontslagen van de huiselijke normen.
Nu was er geen sprake van enige norm. Zij wist dat zij zich bijna met een kreet van vreugde in de veilige bescherming van een ander echtpaar zou storten.
Juist had zij een tweede whisky ingeschonken toen de vader van de meisjes in haar richting kwam. Nila glimlachte. Het was bijna een teleurstelling dat zij niet zelf een methode had hoeven te bedenken om contact te maken.
‘Goedemiddag mevrouw,’ zei de man.
Zij knikte hem toe. Hij droeg een nieuwe witte spijkerbroek en een geruit hemd. Te warm voor Ibiza.
‘Ik hoop niet dat u het mij kwalijk neemt dat ik u stoor,’ zei de man. ‘Maar kunt u mij uitleggen waar ik de supermarkt kan vinden.’
Nila keek op haar horloge.
‘Die is net dicht.’
‘Dat is ook vervelend.’
‘Ze zijn tot acht uur open,’ zei Nila. ‘Dat is het vervelende met die aankomsten. Ik heb hetzelfde gehad.’
De man maakte een gebaar dat hij pech had gehad.
‘Overigens,’ zei hij, ‘laat ik mij voorstellen. Henk Volnaar.’
Nila ging staan en stak haar hand uit.
‘Nila Toussaint.’