telde behoefte aan afstand. Weinig mensen konden haar amuseren. En dat was toch wel het minste dat zij van contact verwachtte. Nu lag dit anders. Hier stond zij alleen. Het boek waarin ze af en toe gelezen had, kwam haar saai en onbelangrijk voor. Lezen was een uitvlucht om niet met zichzelf bezig te hoeven zijn. Als ze over haar situatie nadacht verlangde ze naar contact, een streling. Ze verlangde naar Frits, hoewel hij het de laatste tijd te druk had gehad om haar zelfs maar te zien.
Frits zat op kantoor en werkte aan zijn zaak. Zou hij niet met een andere vrouw op een terrasje zitten? Gelukkig regende het al een week in Nederland. Maar dan zat hij misschien bij de open haard, de gordijnen gesloten. Dat zou de overburen opvallen. 's Zomers sloten ze zich nooit af van de buitenwereld, zelfs niet als ze de liefde bedreven op de bank voor het raam. Dat laatste had zelfs een bepaalde opwinding: als iemand hun kleine voortuin binnenliep en door het raam gluurde zou hij hen zien. Maar ze had nooit een gezicht zien opdoemen terwijl Frits met haar speelde. Daar moest ze nu niet aan denken. Ondanks de verloedering van het eiland konden de avonden nog best vol beloften zijn. Deze beloften hadden iets mechanisch, als een seksuele Efteling. Maar het kon haar niet schelen. Ze moest het nog meer dan twee weken uithouden.
Terwijl ze het parkje verliet en in de richting van de dancing liep die bij het complex hoorde, dacht ze opnieuw aan Frits. Daar stond hij in zijn toga voor de balie. Zijn stem klonk aardig, geruststellend, terwijl hij met grote overtuiging zijn rol speelde. Zijn zinnen waren steeds scherp geformuleerd, soms op het irritante af. De zaak waaraan hij werkte, eiste meer dan ooit dat er geen misverstand kon ontstaan over wat hij bedoelde. Waarom had hij die opdracht niet geweigerd? Hij was er altijd vaag over geweest, vond dat het een grote kans was. Zou hij dat ook hebben gezegd als hij Hitler himself had moeten verdedigen tegen zijn aanklagers?
Ze hoorde de stem van haar man in haar geheugen. Ze hield van hem, dat was zeker. Ze hield van de manier waarop hij haar aanraakte, hoewel hij dat niet altijd even zachtzinnig deed. Soms overweldigde hij haar, als hij gedronken had. Maar zij vond dat niet erg. Na afloop was hij altijd teder. Tijdens hun verloving maakte hij boekjes voor haar waarin hij korte teksten schreef Die had zij allemaal bewaard, hoewel zij er de laatste tijd niet naar durfde kijken. Hoe zou zij na al die jaren reageren op een tekst als ‘troost is als er