De kous op de kop
Ging ik vroeger naar een feestje dan kreeg ik van het meisje dat ik had meegenomen steevast de kous op de kop. Ik weet het niet, ik had er talent voor altijd de verkeerde mee te nemen. En daar zat ik dan, met die stijve trut en dat glas goedkope wijn. Nog maar een glas. Tot ik haar op mijn herenrijwiel, zwaaiend over de weg, thuisbracht. Nog geen kusje kon er af. Ik had mij allerlei voorstellingen gemaakt, maar het ging mooi niet door.
De kous op de kop. En dan maar weer naar huis.
Gek idee eigenlijk, zo'n kous op je kop.
Als je van een mislukte missie thuiskomt, is de gedachte aan het treurige figuur dat je zult slaan bijna nog erger dan het mislukken zelf.
Een van de verklaringen voor ‘kous’ is dan ook dat het een soort muts is, zo een als narren vaak dragen. Op een schilderij van Dusart wordt een muzikant die voor een feestvierend gezelschap speelt, afgebeeld met een kous op zijn hoofd. In de zeventiende eeuw zei men ook: ‘Met de broek op het hoofd thuiskomen’ - dit om het gekke figuur dat men slaat te verbeelden.
Er zijn ook andere verklaringen. Iemand die berooid terugkeert van een reis, komt vaak barrevoets thuis, zijn kous als muts dragend.
De volgende verklaring is waarschijnlijker: onder ‘kous’ wordt niet een kledingstuk verstaan, maar een ijzeren ring in een strop, om het doorslijten van het touw te voorkomen. Haalt men zo'n takel omhoog en schiet die los, dan kun je de kous op de kop krijgen en ben je tot een slachtoffer gemaakt zonder dat je schuldig bent.
Misschien kun je dan nog maar beter de kous op de kop krijgen op de manier die wij kennen. Want zo'n ijzeren ring: mocht je nog voornemens hebben die kunnen uitlopen op een mislukking, dan kun je die in het vervolg wel vergeten.