Nieuwsgierig Aagje
Nieuwsgierige Aagjes willen graag alles weten, maar als iemand tegen je zegt dat je een nieuwsgierig Aagje bent, heeft dat vaak een beetje een ongunstige bijbetekenis: je wilt dingen weten waar je eigenlijk niets van mag of behoort te weten. ‘Ja, dat zullen we jou aan de neus hangen,’ is vaak het antwoord.
De zegswijze ‘een nieuwsgierig Aagje zijn’ heeft vaak als toevoeging: van Enkhuizen. En dat is juist. Want dit zeer nieuwsgierige meisje kwam inderdaad uit die stad.
In het jaar 1645 wordt in een kluchtboek het ‘avontuurtje van het nieuwsgierig Aagje’ verteld en in 1664 schrijft A. Borgmeester een klucht die ook 't Nieuwsgierig Aagje heet.
Toen een van onze bekende schrijvers, Constantijn Huygens, zijn blijspel Trijntje Cornelis schreef (dat was in 1593), moet hij het thema van het nieuwsgierig Aagje gekend hebben.
In beide kluchten die rond haar bestaan, is zij een meisje uit Enkhuizen dat door haar buurman, een schipper, wordt uitgenodigd voor een tochtje naar Antwerpen. Aagje wil graag mee en eenmaal in Antwerpen aangekomen begint ze op eigen houtje een speurtocht door die stad. Deze eindigt in de rosse buurt, waar ze verdwaald is. Dat is niet best als je een keurig meisje uit Nederland bent. Een prostituée en haar beschermer nemen Aagje mee, voeren haar dronken en kleden haar letterlijk en figuurlijk uit.
Het verhaal over Trijntje Cornelis is ongeveer hetzelfde.
Alleen is Trijn de vrouw van de schipper, welke zich tijdens haar lange afwezigheid bezuipt. Op het eind van het verhaal neemt zij op sluwe wijze wraak op de dieven.
Niet alleen in ons land blijken zich meisjes bevonden te hebben die heel nieuwsgierig zijn en vooral dus nieuwsgierig naar de liefde en de manieren waarop deze zich voordoet. Duitsland