- O jij bent verknipt, zei Flannagan. Je bent zo afschuwelijk verknipt.
Alissa antwoordde niet. Zij leunde zo ver mogelijk naar voren om de helikopter te zien.
- Je weet niet eens wat je doet! riep Flannagan. En wat je gedaan wordt!
Hij begon opnieuw met zijn vingers. Omdat Alissa niet meegaf kwam hij niet verder. Cromwell had zijn ogen gesloten en bewoog af en toe zijn mond zonder geluid voort te brengen. Begoresj vroeg Asquit om een sigaret die Henri niet bezat. De helikopter kwam langzaam in hun richting.
- Blijf van me af, zei Alissa tegen Flannagan.
- Het is die jongen, zei Flannagan. Stiekeme atavist.
- Heb je niets beters te brengen? vroeg Asquit aan Flannagan.
- Jij wou zeker vechten, zei de Ier.
- Ik sla je in elkaar! riep Asquit woedend.
- Pas op, zei Alissa zacht zodat ieder het hoorde. De helikopter daalt.
- Oplichtster! riep Flannagan. Malloot!
Hij stond op en rende van de grot weg. Hij haalde een witte zakdoek uit zijn zak waarmee hij begon te zwaaien. De boordlichten van de helikopter waren zichtbaar. Het toestel schommelde vlak boven hem.
- Steriel! Steriel! Naar de verdommenis! schreeuwde de Ier.
- Vuile schoft! riep Cromwell plotseling, zijn vuisten ballend.
- Kom terug! Kom hier zeg ik! schreeuwde Flannagan naar het toestel.
Asquit wilde opstaan, maar Paul hield hem vast. Dat had geen zin, maar misschien dachten ze dat Flannagan alleen was, alleen gelaten en krankzinnig geworden. Henri probeerde zich los te rukken en tegelijk kwam het toestel met gierende motoren over. Asquit haalde uit toen Paul