dingen die Asquit zich mondeling voortoverde schreef hij liever op papier. Wat had Asquit bereikt met al zijn verhalen. Nog geen letter was van hem gepubliceerd. Nog geen komma. Godverdomme. Waarom zou hij hier blijven?
De drank hielp hem. Hij was een beetje overmoedig.
- We moeten er vandoor, zei hij, terwijl hij met pijnlijke dijen opstond.
- We blijven rustig hier, zei Asquit.
- Zonder pardon, vulde Begoresj aan.
Paul schoof geïrriteerd zijn stoel naar achteren.
- Blijf hier! schreeuwde Asquit met rollende ogen.
Hoe kwam het dat je dit soort komedie opeens niet meer slikte?
- Ik ga nu weg, onmiddellijk, zei hij. Ik neem van jou geen bevelen meer aan Henri.
- Ierland, Ierland! Heuvels en meren! riep Flannagan.
Cromwell stond echter eveneens op. Hij legde een hand op Pauls schouder.
- Je hebt gelijk jongen, zei de hoogleraar. Wij moeten aan onszelf denken.
- Denken jullie aan jezelf! riep Asquit, veel te hard. Ik denk aan de toekomst!
- Welke toekomst? informeerde Cromwell.
- Vraag het aan je leerling! schreeuwde Asquit. Bepraten jullie het maar onderweg!
- Jij bent mijn leerling, zei Cromwell.
- Kom, kom! schreeuwde Asquit. Gaan jullie dan! Ga dan! Jullie kennen hier de situatie!
- Laten we opschieten, zei Paul.
- Waarheen? vroeg Cromwell.
- We gaan naar zee, zei Paul. We laten Asquit zitten.
- Je hebt zes weken in mijn spoor gelopen, zei Henri veel zachter. Je kunt me niet zo laten zitten.
- Je bent een idioot als je blijft zitten, zei Paul.