voor. Met het lawaai trekken wij de wacht naar ons toe.
- Ik ben bang, zei Cromwell. Dat is een feit. Bovendien moeten wij eerst beraadslagen wat wij met de directeur... wij kunnen de boel hier toch niet zomaar...
Asquit liep naar voren en sloeg de directeur met één slag bewusteloos. Hij betastte zijn pijnlijke knokkels.
- Guerrilla, fluisterde Flannagan vol vuur.
- Was Gossep maar hier! riep Alissa. Nu ben ik het enige meisje.
- Jij telt voor twee, zei Asquit, terwijl hij naar de deur ging.
- Laten we praten! riep Cromwell angstig.
Omdat Asquit niet luisterde sprong de hoogleraar op en volgde hem. In ganzepas gingen zij achter elkaar de trap af. De anderen kwamen hen achterna.
Henri rende naar het eerste de beste oude wijf dat hij in het vizier kreeg en trok haar gemeen aan haar haar. Op het gegil kwamen verschillende kaartspelers op hem af waarvan hij er twee met de koppen tegen elkaar kletste. Hierna trapte hij een tafel om en smeet een koffiepot naar een kast met glazen. Raak.
Toen vochten zij plotseling allemaal. Alissa trapte een statige heer in het kruis en woog behaaglijk een asbak op haar hand.
Asquit ging hitsend rond, brillen afrukkend en vertrappend. De zaak was vervuld van gegil en het duurde lang maar toch niet lang genoeg tot de soldaten binnenkwamen om in Asquits oude truc te trappen. Tegen die tijd waren Henri zelf en Begoresj Paul achterna gegaan, het raam door. Er heerste inderdaad een verschrikkelijke ravage.
Alissa en Cromwell, die de smaak nu wel te pakken had, vochten door, waarbij Cromwell het voordeel had dat hij verschillende bekenden voor zich had.
Zij renden naar zee en verscholen zich bij het strand in struikgewas.
Na enige tijd klonk er een Iers volksliedje.